omroep flevoland

Binnen de afgeslankte dienstregeling van busvervoerder EBS in Flevoland vallen soms nog ritten uit, maar er zijn ook buslijnen die afgelopen najaar probleemloos reden. Dit blijkt uit een analyse van openbare data van vervoerder EBS.

Voor de regionale omroepen van Flevoland, Overijssel en Gelderland werden gegevens over uitval van bussen wekenlang verzameld en vergeleken met de geplande dienstregeling.

In Flevoland reed dit najaar nog 2,2 procent van de bussen niet volgens de dienstregeling. In 0,5 procent van de gevallen werd de busrit ingekort. En in 1,7 procent van de gevallen reed een bus helemaal niet.

Deze percentages uitval en ingekorte ritten lijken klein, maar in de gemeten periode tussen 15 juli t/m 30 september kwamen de bussen van EBS in Flevoland maar liefst 1,2 miljoen keer langs een bushalte of busstation waar passagiers stonden of hadden kunnen staan.

De percentages uitval liggen ook boven de afgesproken norm. De vervoerder en de provincies hadden een maximaal toegestane uitval van 0,2 procent afgesproken. EBS heeft al een boete gekregen, omdat die norm niet werd gehaald.

Beter dan elders
Het busbedrijf deed het dit najaar in Flevoland wel beter dan in Overijssel en Gelderland, die onder hetzelfde vervoersgebied vallen. In de andere twee provincies was de uitval met respectievelijk 4,7 en 4,6 procent een stuk hoger dan in onze provincie. Vooral op de route Deventer/Wijhe/Olst liet EBS geregeld steken vallen.

Uitvallende ritten waren in Overijssel en Gelderland bijna uitsluitend te wijten aan een personeelstekort. Dit probleem speelde EBS al parten sinds het bedrijf eind vorig jaar in de vervoersregio IJssel-Vecht het busvervoer van Connexxion en Arriva overnam. Om die reden werd de dienstregeling in april in Flevoland versoberd. Door minder bussen te laten rijden, wilde EBS garanderen dat ritten hier vaker volgens de dienstregeling verliepen.

In Flevoland was het gebrek aan chauffeurs afgelopen najaar ook een probleem. Maar meer dan in andere provincies vielen er ook ritten uit door materiële problemen (geen bus beschikbaar) en door verkeersomstandigheden. In 0,5 procent van de gevallen viel een rit uit door toedoen van passagiers. Wat er in die gevallen precies gebeurde, blijkt niet uit de cijfers.

Op een aantal belangrijke lijnen in de provincie was de uitval iets groter. Het gaat dan bijvoorbeeld om bus 147 tussen Dronten en Barneveld, buslijn 71 tussen Emmeloord en Zwolle en bus 214 tussen Lelystad en Steenwijk. Maar het uitvalpercentage op deze lijnen komt nergens boven de 4 procent.

En waar passagiers richting Lelystad Haven en Batavia Stad in het verleden vaak problemen ondervonden, verloopt het vervoer richting die bestemmingen door maatregelen van EBS volgens de data nu probleemloos.

Pas als de eigen cijfers definitief zijn vastgesteld en door de provincies zijn bekendgemaakt, zal het busbedrijf ook zelf iets over het verloop van het najaar melden. Volgens EBS zouden die cijfers best iets kunnen afwijken. Dat kan dan bijvoorbeeld komen doordat het busbedrijf bepaalde lijnen die over de provinciegrenzen heen gaan aan één bepaalde provincie toebedeelt.In algemene zin schrijft EBS dat in september nog veel personeel op vakantie was en dat het in oktober makkelijker bleek om alle beschikbare diensten van chauffeurs in te vullen. Het bedrijf denkt dat dit ook de rest van dit jaar goed gaat lukken. Dat komt dan mede door de instroom van nieuwe chauffeurs, waardoor EBS vanaf december verwacht de afgeslankte dienstregeling weer te kunnen uitbreiden.

Gebruikte methode
Voor dit onderzoek verzamelden de regionale omroepen openbare data die EBS verstuurt als een busrit uitvalt of ingekort wordt. Deze gegevens vergeleken we met de dienstregeling van EBS. Op die manier konden we bepalen hoe vaak een specifieke buslijn niet reed of werd ingekort.

De gegevens zijn verzameld in de periode van 15 juli tot 30 september. Data van 11 september zijn buiten beschouwing gelaten omdat er op die dag een staking was in het streekvervoer. Gegevens over bussen die te vroeg bij een halte aankwamen of te vroeg vertrokken, zijn in het onderzoek niet meegenomen.